In deze roman roept Johan Fabricius het 'Indië' van omstreeks de eeuwwisseling voor ons op, zijn eigen herinneringen completerend met die van zijn vader.
Laurens de Visser - Louwtje genoemd - wordt na een wat ongelukkige start in de advocatuur door de familie ijlings naar Indië gestuurd. Hier ontmoet hij al gauw zijn noodlot in de gedaante van het Chinese meisje Li. Li blijft ook voor hem een mysterie maar steunt hem in zijn succesvolle carriere. Een carriere die naar een wrang einde voert.
Nu de interesse voor het oude Indië sterker wordt, ook bij de jongeren, kunnen we ons gelukkig prijzen dat Johan Fabricius zo beeldend deze voorgoed ondergegane wereld in al zijn details en met al zijn sfeer voor ons heeft weten op te roepen.