Wat lag daar in het gras tegen de
dijk aangewaaid? Haar hart bonkte
in haar keel. Was dat ... een stuk van
de wieken?
Even brak de lucht open. De molen
haperde en draaide toen aarzelend
verder. Ze had het goed gezien.
Hulpeloos draaide de afgebroken
wiek zijn rondjes. Een nieuwe bliksemschicht
schoot door de lucht. Ze
rukte de deur open en liet zich naar
binnen vallen.
Beatrijs, de molenaarsdochter, had beter voor de molen
moeten zorgen. In een flinke storm breekt een halve wiek
af. Dat heeft grote gevolgen. Vader geeft haar de schuld en
blijft boos; haar beste vriend Gijs belandt in de gevangenis.
Als Beatrijs hem probeert te bevrijden en ze samen
wegvluchten in Gijs' boot lijkt echt alles mis te gaan ...
Dit spannende verhaal speelt zich af in Kinderdijk na de
St. Elisabethsvloed van het jaar 1421.