Bart Chabot leeft lang genoeg om zich een leven na de dood voor te kunnen stellen. Het is dan ook vanuit dat perspectief dat zijn nieuwe roman Engelenhaar wordt verteld. Hij ontdekt dat hij zich moeiteloos kan verplaatsen door zich enkel een plek uit het verleden voor de geest te halen. In een flits is hij weer de officier-in-opleiding bij de Koninklijke Luchtmacht. En herinnert hij zich de dag dat hij als hoogste in rang een navodelegatie moest ontvangen. In minder dan een fractie van een seconde is hij daarmee terug op zijn avontuurlijke tochten die hij lang geleden samen met zijn vriend Anton Corbijn maakte naar Milaan, Genua en Moskou. Om daarna door Oost-Duitsland te reizen. Het is voor het eerst dat hij over deze periode vertelt, waarin hij ook zijn grote liefde ontmoet.
Ongehinderd weet Bart zich in alle richtingen te verplaatsen. Uittreden en zijn lichaam achter zich
laten, dat is de ruimte die hij als schrijver heeft verworven. Meester over zijn verbeelding neemt Bart Chabot de lezer mee naar een leven vol rock-’n-roll, naar een verloren tijd. Met zijn vloeiende pen laat hij een halve eeuw herleven.